Veiligheid in het kader van de welzijnswetgeving

Limco Safety richt zich op drie punten uit de welzijnswetgeving.

Opleidingen | Preventieadviseur | Veiligheidscoördinatie

Welzijnswet

Welzijnswet: Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet vormt de basis van de wetgeving over veiligheid en gezondheid op het werk. De voornaamste punten zijn:

  • elke werkgever moet een welzijnsbeleid voeren gesteund op algemene principes (risico's voorkomen, bij de bron uitschakelen of verminderen; voorkeur aan collectieve beschermingsmiddelen boven individuele; zorgen voor OPLEIDING EN INFORMATIE van de werknemers. Dit beleid moet worden geïntegreerd in het volledig management van de onderneming;
  • voor het opsporen van de risico's voor de werknemers moet elke werkgever beschikken over een INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK op het werk. Voor bepaalde aspecten van deze opdracht zal de werkgever echter een beroep moeten doen op een externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk. Deze externe diensten, waarin diverse disciplines zijn vertegenwoordigd, worden met risico-evaluatie belast. Binnen deze diensten worden aparte afdelingen, erkend door de Gemeenschappen, belast met het medisch toezicht van de werknemers;
  • externe diensten voor technische controles op de werkplaats;

 

  • regeling betreffende het werken met derden (contractors, onderaannemers), meer bepaald de uitwisseling van informatie en coördinatie tussen de opdrachtgever en een derde werkgever of zelfstandige;
  • werkzaamheden van uitzendkrachten bij gebruikers;
  • regeling betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen: verhoudingen tussen de verschillende intervenanten bij de totstandkoming van een bouwwerk, aanstelling van een VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR (ontwerp + verwezenlijking);
  • de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk;
  • het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk, met als belangrijke verschilpunten t.o.v. de vroegere reglementering:
    ook in ondernemingen met meer dan 50 werknemers waar er geen comité is opgericht, worden de opdrachten van het comité uitgevoerd door de vakbondsafvaardiging;
    wanneer er geen comité of vakbondsafvaardiging is, worden de werknemers zelf rechtstreeks geraadpleegd;
  • regeling betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk, waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;

Algemene principes betreffende het welzijnsbeleid.

Elke werkgever moet in zijn onderneming of instelling een beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk uitbouwen. Dit beleid heeft tot doel arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen en de verhouding tussen mens en werk nader te bepalen, zodat beter rekening gehouden wordt met de mens in zijn totaliteit. Hiertoe zal elke werkgever de preventiemaatregelen die in zijn onderneming of instelling van toepassing moeten zijn, moeten bepalen op grond van de aard van de activiteiten die hij verricht en op grond van het aantal werknemers die hij tewerkstelt evenals hun specifiek risicoprofiel. Dit preventiebeleid dient rekening te houden met een aantal specifieke wettelijke en reglementaire bepalingen, die door de overheid werden uitgevaardigd om het kader aan te geven waarbinnen dit preventiebeleid kan tot stand komen.



Limco-safety-Veiligheidscoordinatie-Onshore-Zeebrugge-Windmolenpark-Oostende

Dynamisch risicobeheersingssysteem

Titel 2 "Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid" van boek I van de codex over het welzijn op het werk heeft betrekking op de algemene verplichtingen van de werkgever en voert hiertoe het dynamisch risicobeheersingssysteem in.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem heeft betrekking op de zeven domeinen die samen het begrip "welzijn" vormen.

  • Arbeidsveiligheid
  • Bescherming van de gezondheid
  • Psychosociale belasting (stress,geweld,pesterijen, ongewenst seksueel gedrag,..)
  • Ergonomie
  • Arbeidshygiëne
  • Verfraaiing van de arbeidsplaatsen
  • Maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu

 

Het houdt rekening met de wisselwerking die er tussen die domeinen bestaat of kan bestaan. Het doel van dit systeem bestaat er in de planning van de preventie en de uitvoering van het beleid mogelijk te maken en heeft daarom betrekking op vier etappes:

  • de uitwerking van het beleid, dat vooral de doelstellingen en de benodigde middelen bepaalt;
  • de programmatie van het beleid, dat vooral de toe te passen methodes, de opdrachten, de verplichtingen en de middelen van de betrokkenen bepaalt;
  • de uitvoering van het beleid;
  • de evaluatie van het beleid, dat vooral betrekking heeft op de vaststelling van de evaluatiecriteria.
Dit systeem houdt rekening met:
  • de aard van de activiteiten;
  • de specifieke risico's verbonden aan die activiteiten;
  • de specifieke risico's eigen aan bepaalde groepen werknemers.

Risicoanalyse

Het dynamisch risicobeheersingssysteem steunt op het principe van de risicoanalyse, die wordt uitgevoerd om adequate preventiemaatregelen te kunnen vaststellen. Dit gebeurt op drie niveaus:

  • de organisatie in haar geheel;
  • elke groep van werkposten of functies;
  • het individu zelf.
De risicoanalyse bestaat uit drie fasen:
  • het identificeren van gevaren;
  • het vaststellen en nader bepalen van risico's;
  • het evalueren van risico's.

Preventiemaatregelen

De preventiemaatregelen worden vastgesteld in de volgende volgorde:

  • maatregelen die tot doel hebben risico's te voorkomen;
  • maatregelen die tot doel hebben schade te voorkomen;
  • maatregelen die tot doel hebben schade te beperken.
• Voor elke groep van maatregelen moet worden onderzocht wat hun invloed is op het risico en of zij zelf geen risico's inhouden, zodat een andere groep preventiemaatregelen moet worden verkozen of bijkomend maatregelen van een andere groep moeten worden toegepast. Deze preventiemaatregelen kunnen bijvoorbeeld van organisatorische aard zijn, betrekking hebben op de conceptie van de werkpost, de keuze van arbeidsmiddelen, collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen, de veiligheidssignalering, het gezondheidstoezicht en noodprocedures.

Globaal preventieplan en jaarlijks actieplan

Het dynamisch risicobeheersingssysteem vindt zijn uitdrukking in een globaal preventieplan dat door de werkgever wordt opgesteld in overleg met de hiërarchische lijn en de diensten voor preventie en bescherming op het werk en wordt vastgesteld voor een termijn van vijf jaar. Dit plan geeft een concrete omschrijving van de resultaten van de risicoanalyse, van de prioritaire doelstellingen en de activiteiten die moeten worden verricht om deze doelstellingen te bereiken. Daarbij wordt tevens beschreven welke middelen er worden gebruikt en wat de opdrachten en verplichtingen zijn van alle betrokken personen.
Voor elk dienstjaar moet er bovendien op dezelfde wijze een jaarlijks actieplan worden opgesteld, dat o.a. betrekking heeft op:

  • de prioritaire doelstellingen van het dienstjaar;
  • de middelen en methodes om die doelstellingen te bereiken;
  • de opdrachten, verplichtingen en middelen van de betrokken personen;
  • de aanpassingen aan te brengen aan het globaal preventieplan ingevolge gewijzigde omstandigheden, incidenten en ongevallen, het jaarverslag van de interne dienst en de adviezen van het Comité.
Het dynamisch risicobeheersingssysteem wordt regelmatig geëvalueerd, wat ten minste één maal om de vijf jaar een nieuw globaal preventieplan tot gevolg heeft.

Overige bepalingen

Daarnaast heeft titel 2 van boek I van de codex betrekking op:

  • de verplichtingen van de leden van de hiërarchische lijn;
  • het kosteloos karakter van de maatregelen ten aanzien van de werknemers;
  • de informatie en vorming van de werknemers
  • de maatregelen te nemen bij noodsituaties en in geval van ernstig en onmiddellijk gevaar;
  • het onthaal en de begeleiding van nieuwe werknemers;

Neem contact op

Bedrijventerrein Rademakers Z 17
Rademakersstraat 11
8380 Brugge (Lissewege)

+32 (0)497 48 74 13